Het ene moment tuurt Henriëtte Bruggink (28) door een microscoop naar een melkmonster, een uurtje later doet ze een keizersnede of probeert ze voor de derde en laatste keer een baarmoeder in een koe terug te stoppen. Geen dienst verloopt hetzelfde voor de landbouwhuisdierenarts. Terdege reed een dag mee in haar caddy.
Maandagmorgen, acht uur. De deuren van diergeneeskundig centrum De Nieuwe Hanze aan de Europa-allee in Kampen zoeven open. Een nieuwe werkweek
wacht. Bij de balie voor gezelschapsdieren snuffelt pup Noor nieuwsgierig rond. Het staartje staat haast verticaal van opwinding.Wat een geurtjes hangen hier. „Hai, kom jij even kijken bij ons?” groet de assistente het beestje vriendelijk. Noor kwispelt haar staartje er bijna af. Ze verveelt zich geen seconde terwijl haar baasjes geduldig op de gezelschapsdierenarts wachten. Ondertussen rinkelt achter de balie de telefoon onafgebroken. Een poes met probleem X, een hond met probleem Y.
Aan de andere kant van de glazen wand een heel ander toneel. In een werkkamer zijn vier van de zes stoelen rond een robuuste tafel bezet door landbouwhuisdierenartsen. Hier geen telefoontjes van overbezorgde baasjes, maar enkel van veelal nuchtere veehouders.