Rust. Soms schreeuwt u het uit. Waar is rust? Soms met gebalde vuist of met geknakte rug. Onrustige dromen, onrustige gedachten. Een meisje stort zich in een donker avontuur. Een jongen gooit zich voor de trein. De stenen op het kerkhof zeggen: Hier rust, hier rust. Dood, is dat waar? Hier rust voorlopig je lichaam, maar je ziel is voor God gesteld vanwege je zonden. Bestrijd dan je zonden! Ik ben vermoeid van die vruchteloze strijd. Mijn zonde blijft en wordt erger. Ik kan niet meer. Is er dan nergens rust? Nergens? > "Is er dan nergens rust? Nergens?" Op het kruispunt van een stoffige landweg staat een barmhartige Zaligmaker. In vol bewustzijn van Zijn volkomen borgtocht roept Hij. Komt hierheen, tot Mij, u allen die vermoeid en beladen bent en Ik zal u rust geven. Op die weg loopt u, met uw lege, onrustige ogen en uw radeloze hart. Ik heb geen rust, nergens rust. Uw leidslieden zijn heel ernstige mensen. Zij kunnen bij de wet leven, omdat ze de wet nooit hebben verstaan. Ze maken een verbitterde en harde godsdienst. Links of rechts. Jezus-rust-geven. O, dit schone gouden snoer. Jezus, Die Zich overgaf in de brand van de Goddelijke wrekende gerechtigheid, om alles te doen wat bij God te doen was. Hoe is het in uw hart? U staat voor een muur. Altijd heerst het: ‘Doe dat’. Dat is allemaal eigenwillige godsdienst. Wie heeft al deze dingen van uw hand geëist? Maar er moet toch iets zijn, iets geestelijks? En u rust niet op Christus alleen. Is deze Man ook een wetgever Die je altijd weer lasten oplegt en je terugduwt? Hij is de rustgever. Betwijfel Zijn gewilligheid niet om u zalig te maken. Komen tot Christus. In uw leven is de toegerekende schuld van Adam, het missen van de ware gerechtigheid, van Gods beeld. U leeft onder Zijn toorn en vloek. U arbeidt onder die last. Dat is: gebroken bakken uithakken. > "Komen tot Christus kost geen kracht" Komen tot Christus kost geen kracht. Het is een beweging van uw hart. Weg van iedere grond of vertrouwen, van iedere hoop in uzelf. Tot Hém. U raakt uw last niet kwijt voordat u tot Christus komt. Als ik me wat beter zou voelen, wat dieper ontdekt, als ik echt berouw en geloof had, ja dan... Wat bent u hoogmoedig. Jezus’ nodiging is tot u. Zonder bekering en zonder geloof... Christus wijst niet op uw kerkgang, op uw bidden, niet op de allerheiligste dingen. ‘Komt tot Mij, komt tot Mij’. Hier moet uw geestelijk leven beginnen, aan Zijn voeten, aan Zijn hart. Want Christus is de Alpha en de Omega. Tollenaars, hoeren, dieven, van de duivel bezetenen, ze komen. Daarin is God alleen te prijzen. Tot Mij, in Mijn volkomen verdienste en in Mijn plaatsbekleding. Al zinkt u steeds dieper weg, al wordt u steeds harder en biddelozer. Tot Mij, u allen die vermoeid en beladen bent. Altijd nog op de vlucht? De zonden springen op uw rug en nog één en nog één. Die last drukt u op de grond. Iedereen roept: morgen gaat het beter. Maar u, die door God wordt aangeraakt krijgt het niet klaar. O Heere, ik kan niet meer. Maar Gij kijkt in mijn hart. Al mijn zonden, mijn begeren, mijn verlangen, mijn zuchten, mijn zorgen zijn voor U niet verborgen. Op u verlaat zich de arme en die geen helper heeft. Bent u vermoeid, teleurgesteld in alles? Kom tot Mij, en Ik zal u rust geven. De gekwelden, de verstotenen, verslagen in al uw nood als zondaar. We komen tot Christus door het op te geven, door neer te zinken bij Hem, door alles los te laten. Ik heb geen grond in mijn leven, in mijn sterven, in de eeuwigheid, dan alleen het bloed en de gerechtigheid van de Zoon van God.