Het klinkt spannend, advocaat zijn. En dat is het af en toe ook wel, zegt ze. Maar sinds het coronavirus zijn intrede deed, zit Annerieke toch vooral thuis achter haar bureau. Daar leest ze haar dossiers, typt ze processtukken en vergadert ze online met cliënten en collega’s. Heel efficiënt, maar niet altijd even leuk. „Ik mis het sparren met collega’s. En het is ook heel raar om een cliënt pas fysiek te ontmoeten op het moment dat je samen de rechtbank binnengaat.” Was het een meisjesdroom om advocaat te worden? „Nee, ik besloot pas op de middelbare school dat ik een universitaire studie wilde gaan doen. Dat was niet vanzelfsprekend, want ik zat toen op de havo. Ik heb eerst mijn propedeuse sociaal-juridische dienstverlening gehaald en ben vervolgens rechten gaan studeren. Waarom rechten? Toen ik mijn moeder ernaar vroeg, appte ze dat ik me als kind nooit zomaar neerlegde bij regels. Ik vroeg altijd: Waarom? Waar baseren jullie dat op? Of, als het over regels ging die met het christelijk geloof te maken hebben: Waar staat dat dan? Waar komt dat vandaan?” Heel de samenleving is doordrenkt van regels. Ik wil graag weten hoe die ontstaan zijn, waar die toe geleid hebben, waarom die in het rechtssysteem op een bepaalde manier worden toegepast.” beeld: Cees van der Wal