Kattenbelevenis

Kattenbelevenis

Katten 1710

De katten bij mijn boer hebben een best leven. Drie keer per dag worden ze gevoerd en daarnaast kunnen ze heel de dag zelf op zoek naar extra voedsel.

Zoals het jagers betaamt komen ze soms met hun prooi aanzetten. Wij mensen zijn daar wat minder happig op. Katten ruimen de overblijfsels namelijk niet netjes op, daar moet toch iemand anders aan geloven.

Maar muizen vangen, daar zijn ze voor. Daarom moeten ze ook blijven. Het voortbestaan van de kattenkolonie op de boerderij werd echter bedreigd. Inteelt zorgde ervoor dat de nestjes het niet overleefden. Een nieuwe papa op de boerderij kan daar verandering in brengen. En die oplossing kwam zomaar uit onverwachte hoek.

Op de verjaardag van mijn zus vertelde haar schoonmoeder dat ze zo veel katten hebben dat ze op zoek zijn naar een nieuw huis. ‘We hebben er zo veel en ze zijn eigenlijk al te groot. Kunnen we er niet een paar bij jullie brengen?’, vroeg ze gekscherend. ‘Jawel’, zei m’n boer, ‘als het maar katers zijn, dan zijn ze van harte welkom!’ ‘Nee gekheid. Echt? Ik bedoel het maar als grap.’ Nou, mijn boer niet. Hoeveel wil je er dan? Drie? Prima hoor, kom ze maar een keer brengen!

Maar ja, hoe vervoer je drie jonge katten van een bijna een half jaar die altijd al loslopen op de boerderij naar een nieuw thuis, drie kwartier verderop? Dat moest dan in een grote hondenbench. Op een zaterdagmorgen was het dan zover. Ze kwamen. Een mooi groot hok stond voor hen klaar. De eerste week moesten ze namelijk wennen aan de nieuwe omgeving en vertrouwen krijgen in de nieuwe baasjes. Na vijf dagen mochten de tijgers los. ’s Avonds waren ze perfect op tijd weer present voor het voeren. Maar daarna gingen ze weer op ontdekkingstocht.

Ze zijn zo ondernemend dat twee van hen al twee nachtjes uit logeren zijn geweest. Op een avond kwam de monteur met z’n bus. Die bus stond open en er waren mooie lichtjes in de bus. Reden genoeg om de boel daarbinnen te inspecteren. En toen ging de deur dicht en reed de monteur naar huis. De volgende dag hoefde de bus niet mee. Pas de dag daarna, bij een andere boer, ontdekte de monteur een kat die hij niet kende, maar die rustig bleef zitten. Of mijn boer een kat miste? ‘Ik mis er twee!’ ‘O, ik heb er hier één, ik kom na werktijd wel bij je langs.’

Gelukkig zat de ander ook in de bus en zijn ze weer terug op de boerderij. Direct hebben ze hun buikjes gevuld en gingen ze weer op pad. Nu maar hopen dat ze ervan geleerd hebben!

Auteur

Boerdien

Volg ons lifestyle platform op instagram.