Lampje - Terdege

Lampje

spg-arienvanginkel-16960-22

Lampen. Die zijn uitgevonden zodat je iets kunt zien. Toch? Nee, vindt mijn vrouw. Lampen zijn er voor de sfeer.

Zeven lampen telt onze knusse woonkamer. Zeven mogelijkheden om het huis goed te verlichten. Meer nog zelfs, als ik de twee lampen in de afzuigkap, de koelkastlamp, de ovenlamp en de tl-buis in het aquarium had meegeteld. En ook het met tientallen lampjes omwikkelde touw dat over een lege vaas hangt, laat ik buiten beschouwing.

Iedere uithoek van onze leefruimte is dus stralend verlicht, zou je denken. Niets is minder waar. De lampen zijn rampen. Ze staan er wel, maar ze doen nauwelijks watt. Als ik een boek wil lezen, moet ik een lamp uit de vensterbank tillen, die naast me op de bank zetten en de letters naast de ledbal parkeren.

Dat is gezellig, vindt mijn vrouw. Dat is verschrikkelijk, vind ik. Onlangs schoot ik bijna uit beide sloffen tegelijk. „Mag ik nu alsjeblieft een goede lamp aanschaffen voor boven de salontafel”, smeekte ik vanuit het duister richting mijn lampenbaas. „Ik wil er eentje die licht geeft.”

Ook na 3,5 jaar huwelijk gaf ze echter geen millimeter toe.

De twee lampen boven de keukentafel zijn wel fatsoenlijk. Twee keer 60 watt aan licht knalt uit mijn favoriete bolletjes. Echter, ’s avonds is het verboden die lampen te ontsteken. Dat is niet sfeervol, is de overtuiging van vrouwlief.

En dus gebeurt het niet. En tuur ik in een sfeervol verlichte ruimte naar nauwelijks waarneembare letters.

Als we ’s avonds de hort op gaan, moeten de lampen aanblijven. Want brandende lampen zijn gezellig om naar terug te keren. En eerlijk is eerlijk: als we dan diep in de nacht onze duistere straat inrijden, zie ik ogenblikkelijk waar we moeten wezen. Daar, waar die lichtkrans om de deur hangt. Dat is thuis. Daar is het gezellig. En gezelligheid mag best wat kosten. Desnoods m’n ogen.

beeld: Tineke van der Eems

Auteur

Arien van Ginkel

Volg ons lifestyle platform op instagram.