Wat een bijzondere vraag! Concreet meebouwen aan Gods Koninkrijk doe je eigenlijk al als jezelf vernedert om een ander te dienen. De Koning gaf Zelf het voorbeeld tot navolging in Johannes 13. Hij waste de voeten van Zijn discipelen, maar ook die van Zijn vijand, Judas. Toen Hij klaar was, sprak Hij: „Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gelijkerwijs Ik u gedaan hebt, gijlieden ook doet.” In Romeinen 12 voegt de Heere hieraan toe: „Indien dan uw vijand hongert, zo spijzig hem; indien hem dorst, zo geef hem te drinken.” Heel concreet dus. Het is juist in deze kleine, onopgemerkte daden dat we Zijn koninkrijk dienen. In Mattheüs 25 wijst de Heere Jezus ook op de kleine dingen: iemand een beker water of een bord eten geven, of gewoon iemand een bezoekje brengen in het verzorgingstehuis, waar zo veel eenzame ouderen hun laatste dagen doorbrengen. Dat is concreet aan het Koninkrijk bouwen, steentje voor steentje. Misschien lijkt het niet groot, maar het is wel groot genoeg voor de Koning om het op te merken en te onthouden, terwijl zij die al hun geld weggeven en zelfs hun lichaam opofferen, maar dan zonder liefde, door de Heere weggezet worden als nietsnutten (1 Kor. 13:1-3). Concreet meebouwen, is ook de verloren schapen achternagaan. Dat zijn de mensen die zonder diep na te denken de wereld indoken en daar verdwaald zijn. Het verloren wereldlingen uitnodigen voor een Bijbelstudie of hen mee vragen naar een kerkdienst. Het is hen, die verlegen en beschaamd de kerk weer opzoeken na een zondig leven, met genade ontvangen en laten voelen dat ook zij er echt bij horen. Dat is het Koninkrijkswerk zoals uitgebeeld is in Lukas 15. Het gaat immers over echte mensen die verloren zijn en gaan als ze niet gevonden worden. Concreet meebouwen is verder: zijn als de gemeente van Filippi. De Fillipenzen zonden Paulus een liefdespakket, terwijl hij in de gevangenis in Rome vastzat (Fil. 4:16-18). Ongetwijfeld brachten ze hem in hun gebeden dagelijks voor de troon van God. Het deed hem heel veel goed om zo te merken hoe hij niet vergeten was. En meer nog: het was „een welriekende reuk, een aangename offerande, Gode welbehaaglijk.” (vs. 18) Dat is echt meebouwen! Zo kan ik nog even doorgaan. De Bijbel staat vol met antwoorden op jouw vraag. Let op wat de roeping kan zijn in de mogelijkheden die God je geeft. Lees dan Zijn Woord om te leren wat Zijn wil is. en doe dat dan, vertrouwend zoals Paulus: „Ik vermag alle dingen door Christus Die mij kracht geeft.” (Fil. 4:13)