Niet alle vier werden we beter - Terdege

Niet alle vier werden we beter

Willemarijn Verheij_-ceesvdwal_14

Tussen mijn kamer en die van mijn buurmeisje Jasmijn zaten twee ramen. Als ik niet kon slapen en ik lichtkiertjes langs de gordijnen zag, wist ik dat zij ook wakker lag. Dat hielp een beetje.

Jasmijn was net als ik in Leiden opgenomen voor een stamceltransplantatie. Zij was 14, ik 15. Naast haar lag Dinand van 13 en naast hem Jurre van 16. Ook zij waren opgenomen voor een stamceltransplantatie. Er waren niet zo veel transplantatiekamers en vier pubers tegelijk was best bijzonder, ook voor de verpleegkundigen. Een van hen zei, toen ik hem jaren later tegenkwam: „Jullie waren ’s morgens alle vier niet wakker te krijgen!” Ik kende hen niet, en doordat we niet van onze kamers mochten, zagen we elkaar nooit. Toch voelde ik een band met hen, want naast onze voorkeur voor uitslapen, deelden we een heleboel. Alle vier waren we ziek. Alle vier moesten we wennen aan een nieuw ziekenhuis. Alle vier misten we ons gewone leven. Alle vier waren we bang. Alle vier hadden we bezorgde ouders. Alle vier waren we kaal. Alle vier hadden we een sonde.

Maar we werden niet alle vier beter. Dat werden alleen Jurre en ik. Dinand en Jasmijn niet. Ze waren niet de enigen die ik tijdens de lange weg van ziekte en behandelingen ben kwijtgeraakt. Zo leerde ik in het Sophia Kinderziekenhuis Frank kennen. Hij was één jaar jonger dan ik. Ik weet nog hoe hij eens met zijn waveboard de dagbehandeling opreed, een roze Burberrypet op zijn hoofd. Behendig, stoer, sportief… Ik bewonderde hem erom en misschien was ik ook wel een tikkeltje jaloers. Ik herinner me ook Jessica. Zij was geen leeftijdsgenootje, maar zes jaar ouder dan ik en daarmee een beetje mijn voorbeeld. Toen ik ooit als 11-jarige werd opgenomen voor een operatie, vond ik op mijn bed een scrabblebord met de boodschap „Succes Willemarijn, groetjes Jessica.” Nog jarenlang moest ik bij elk potje Scrabble dat ik speelde aan haar denken. Zo zijn er zo veel herinneringen aan nog zo veel anderen die het niet haalden. Zo veel namen in mijn hoofd. Zo veel pijn in mijn hart als ik aan hen denk en soms ook zo veel boosheid. En er is één vraag: Waarom werd ik beter, maar zij niet?

beeld: Cees van der Wal

Auteur

Willemarijn Verheij

Volg ons lifestyle platform op instagram.