Opvallend in de wetten van Israël is de zorg voor armen. Een boer mag niet even teruggaan naar zijn land om een laatste korenschoof op te halen. Een wijnbouwer mag niet de allerlaatste druif afplukken. En een landbouwer die de olijven van een boom heeft geslagen of geschud, mag de boom niet nog een keer nauwkeurig doorzoeken. De olijven die er dan nog hangen, zijn „voor den vreemdeling, voor den wees en voor de weduwe” (Deuteronomium 24:20).
Beeld Marthe Kok-Roukens
Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief en blijf op de hoogte.