Je durft het dorp haast niet meer door; je krijgt het heet als mensen naar je kijken; je voelt je niet op je gemak als iemand met je praat. Je schaamt je. Of het nu is voor iets wat je zelf deed, voor iets wat je overkwam, voor iets in je naaste familie of voor je uiterlijk, schaamte blijft een heftige emotie. En een hardnekkige.
Sanne Verbrugge* is nog maar nauwelijks een puber als er in haar leven een lange periode van diepe schaamte aanbreekt. Ze wordt seksueel misbruikt door iemand uit haar omgeving en kan dat niet stoppen. Erover praten is geen optie. ,,Mijn ouders mochten het absoluut niet weten. Ik dacht: als ik dit aan iemand vertel, heb ik geen toekomst. Iedereen zal me een hoer en een slet vinden. Zo noemde hij me ook als hij kwaad op me was. Ik wist zeker dat het mijn schuld was dat het gebeurde, ook al was ik dertien toen het begon.”
De schaamte uit zich bij Sanne in eerste instantie in het overschreeuwen van zichzelf, vertelt ze. Terwijl ze zich vanbinnen steeds ,,waardelozer” vindt en zichzelf pijn begint te doen, blijkt ze vanbuiten onhandelbaarder te worden. ,,Ik werd in cluster 4 geplaatst, vanwege driftbuien. Ik had wel een soort van vriendinnen, maar deed vooral stoere dingen met hen. Dan kijken ze tegen je op, hè.”
Op haar zeventiende besluit ze ondanks alle schaamte haar ouders in te lichten. Die schrikken, maar tonen veel begrip. ,,Mijn moeder voelde zich erg schuldig, omdat ze het niet had gemerkt; mijn vader reageerde vooral praktisch: wat kunnen we doen? Hij stuurde me meteen naar een therapeut, hoewel ik daar eerst echt niet naartoe wilde. Ik ben nu enorm dankbaar voor die reactie van mijn ouders. Tijdens groepstherapieën hoorde ik later ook heel andere verhalen, zeker als het misbruik binnen het gezin had plaatsgevonden.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 4, 19 november 2024). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
*De naam van Sanne Verbrugge is om privacyredenen gefingeerd.