Een beetje beduusd zit ik naast Maarten in de auto, terwijl we door het donkere berglandschap rijden. Al voor de tweede keer zie ik hoog boven ons een verlicht kruis oprijzen en een paar tellen later passeren we een wit bidkapelletje waarin duidelijk kaarsjes flakkeren. Door en door rooms, dit landschap, zou ik zeggen. Maar daar kijken we sinds vanavond toch iets anders tegenaan. Goed, als ik binnenkort, op 24 december, laat in de middag nog even een kerstpakket bij Petauer ga afgeven, zal ik hem al zwaaiend met z’n arm op het erf aantreffen, waar hij zijn hele bedoeninkje met wijwater aan het besprenkelen is. Hij kan zich tijdens de Rauhnächte tenslotte maar beter goed beschermen tegen heksen en demonen, die vooral in deze tijd van het jaar hun gang gaan. En als iemand uit het dichtstbij gelegen dorpje bij ons op de koffie komt, neemt ze voor alle gezinsleden gelukspoppetjes mee: een lieveheersbeestje, een schoorsteenvegertje, een klavertje vier. Want ze gunt ons het beste... In de klassen van onze meiden hangt standaard een crucifix; de leerlingen gaan jaarlijks een keertje biechten en af en toe komt meneer pastoor met z’n gitaar langs, in een zwarte pij. Rooms dus, en bijgelovig. Maar vanavond luisterden we naar een lezing die een van onze gemeenteleden, een Duitse zendeling, hield in een ‘naburige’ kerk. Het betekende wel twee keer vijftig minuten rijden, want Bijbelgetrouwe gemeenten zijn hier dun gezaaid, maar de rit bleek dik de moeite waard te zijn. Beeldend vertelde David hoe in precies deze streek ooit decennialang het protestantisme bloeide, zodat er hier zelfs sprak was van een ”protestantse eeuw”. >Verbaasd bekijken we de beelden. Wát, Klagenfurt als bolwerk van het protestantisme? Zo’n 500 jaar terug stond Karinthië ook bol van bijgeloof, verering van relikwieën, talloze rituelen en betalingen (destijds van aflaten) aan de kerk. De angst regeerde. „De kindersterfte was hoog”, zei David, „en als ouder verlangde je er hartstochtelijk naar je vroeggestorven kind uit het vagevuur te bevrijden.” Volgens hem verklaart precies die angst ook het feit dat de Bijbelse boodschap van Luther hier vervolgens met open armen werd ontvangen. „Er was een groot verlangen naar verlossing en genade. Alleen, een Bijbel hadden de mensen in die tijd niet in huis. Ze konden dat Latijn immers niet eens lezen.” Toen stond er in Duitsland een monnik op, die wees op de vijf Sola’s die de Bijbel leert: alleen (Sola) de Schrift, alleen door genade, alleen door geloof, alleen dankzij Christus en alleen God alle eer. „Deze boodschap sloeg hier in Karinthië in als een bom”, vertelt onze broeder, en hij laat foto’s zien van plaatsen in de directe omgeving die lange tijd door het protestantisme gekenmerkt werden. Overal kun je daar nog sporen van terugvinden, in de vorm van plaquettes bijvoorbeeld. Verbaasd bekijken we de beelden. Wát, Klagenfurt als bolwerk van het protestantisme? Huh, op de burcht Hochosterwitz waren ze destijds ook protestants? Aan die eeuw waarin het bevrijdend Evangelie voluit klonk, kwam wreed een einde toen tegenstanders de Contrareformatie in gang zetten. Gelovigen konden alleen nog in geheime grotten en bergkloven bij elkaar komen om Gods Woord te lezen. Bijbelsmokkelaars trokken met gevaar voor eigen leven door de dalen. Voor de tweede keer in de geschiedenis verdween het Woord uit dit land, om plaats te maken voor bijgeloof. Zo rijden wij nu vol gedachten naar huis door het duistere landschap met rooms-katholieke kenmerken aan weerszijden van de weg. Donker is het hier. Maar dat is het eerder geweest. Toen bleek een ommekeer mogelijk, weten we nu. En het viel me vanavond op dat de oude baas die naast me zat, alle coupletten van ”Ein feste Burg ist unser Gott” uit z’n hoofd meezong. Dat heeft die Contrareformatie van destijds in elk geval niet kunnen voorkomen.