Snoozen - Terdege

Snoozen

Arien (2)

Wat doe je als de wekker gaat? Uit bed stappen natuurlijk. Ach, was het maar zo simpel.

„Wat lig ik heerlijk”, denkt de vrouw als de wekker op een luie zaterdagochtend rinkelt. Ze draait zich om en geeft een ram op de snoozeknop. „Ik lig nog steeds lekker”, realiseert ze zich als ’t ding negen minuten later nog eens piept. „Ik ga er zo uit”, besluit ze de derde keer. „Eventjes nog.”

Ondertussen is manlief –ik dus– in alle staten. Want wie drie keer 9 minuten snoozet voordat hij uit bed stapt, had nog 27 minuten heerlijk kunnen slapen. Spijbelen van de wekker is nooit een goed idee. Zo loop je de rest van de dag achter de feiten aan.

Een wekker is bedoeld om te wekken, vind ik. Nee, dat vind ik niet; dat is zo. Iedere keer dat het ding gaat en je niet uit bed stapt, maak je de wekker tot een leugenaar. En neem je ’m de volgende keer minder serieus. Na verloop van tijd interpreteer je het signaal van de wekmachine als je-moet-er-binnenkort-wel-een-keer-uit. En nog later wordt het een dut-nog-maar-even-lekker-verder-apparaat.

De vrouw vindt het echter heerlijk om te balanceren tussen slaap en waak. Ze heeft het snoozen ook echt nodig om uit te rusten, zegt ze. En met één wekker is ze niet wakker. Gek hè, als je de waarde van het signaal zo devalueert.

„Waarom ga je niet uit bed en blijf ik nog even lekker liggen?” vraagt halfduttend vrouwmens gefrustreerd als ik, spinnijdig om een nieuwe snooze, de dekens van haar aftrek. Zelf weet ze het antwoord. Dat kan ik niet. We moeten en zullen iedere dag samen opstaan en ontbijten. Dat kan niet anders.

Maar ’t vrouwtje mist haar snoozeslaapje als ze met mij opstaat zodra de wekker rinkelt. Dus sluiten we een compromis. Snoozen doen we niet meer. In plaats daarvan zetten we twee wekkers. Na wekker één mag mevrouw lekker liggen, terwijl ik mijn geduld bewaar. Vijf minuten later gaat de ‘echte’ wekker. Bij het eerste piepje jaag ik haar uit bed. Want als de wekker gaat, is de dag begonnen.

Volg ons lifestyle platform op instagram.