„En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn" (Romeinen 8 vers 28).
In het doopsformulier staan de bekende woorden dat God de Vader het kwade van ons wil weren of ten onzen beste keren wil. Wij willen zelf graag dat het kwade door God geweerd wordt. Wij verlangen echt niet naar tegenspoed, moeite en zorg. Daar willen wij van bewaard blijven. Toch krijgen wij met moeite en verdriet te maken. Dat geldt ook voor Gods kinderen.
Zij kunnen hier een moeilijke levensweg hebben. Veel beproevingen maken zij door. Zij gaan soms langs onbegrepen wegen en dat geeft hen veel strijd en aanvechting. Zij weten dat hun leven geleid wordt door de Heere. Maar daarmee zijn hun vragen niet opgelost. Zij kunnen met diepe vragen blijven zitten.
Het is voor hen zeer troostvol wat er in onze tekst geschreven staat, namelijk dat God alle dingen doet meewerken ten goede. Alle teleurstellingen, pijn en verdriet mogen toch een positieve uitwerking hebben. Daar zal God de Vader voor zorgen. Het kwade dat ons treft, keert Hij ten goede. Dat is een geweldige belofte voor degenen die God liefhebben.
Indien wij God liefhebben, mogen wij dat ook werkelijk ondervinden. God maakt Zijn belofte waar. Wij komen er niet bedrogen mee uit. In de beproevingen ervaren wij dat de Heere ons nabij is in Zijn liefde en trouw. Hij schenkt kracht en troost. Er komt vrede en rust in ons hart. Door alles heen gaan wij nog dieper de verbondenheid met de Heere beleven. De beproevingen hebben een heilzame uitwerking in het leven van de gelovigen. Als wij het weer heel moeilijk hebben, laten wij ons dan opnieuw aan deze belofte vastklemmen en vertrouwen hebben op een goede uitkomst. God de Vader zal Zijn kinderen niet beschamen.
Het kan zijn dat u nog worstelt met de vraag of u de Heere echt liefheeft en of u wel hoort bij degenen die God geroepen heeft naar Zijn voornemen. Want alleen voor hen geldt juist de belofte van onze tekst. Als u met deze vraag in het gebed tot de Heere komt, dan zal de Heere u zeker verder willen helpen. Hij wil met Zijn Woord en Geest in uw hart werken, zodat u zich echt door de Heere geroepen weet. Hij stort Zijn liefde in uw hart uit en u krijgt daardoor een sterke liefdeband met de Heere. De liefde tot de Heere groeit, als u in het geloof ziet op de Heere Jezus Christus, Die een zeer diepe lijdensweg is gegaan om al uw zonde en schuld te kunnen verzoenen.
Heel het lijden van Christus heeft ertoe gediend om u eeuwig zalig te maken. Kom in het licht van de Gekruisigde en hoor het diepe kruiswoord uit de mond van Christus: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? De allerdiepste vraag wordt hier uitgesproken. En wij weten dat Hij van God verlaten is geweest om ons terug te kunnen brengen in de liefdevolle gemeenschap met God. Vanuit Zijn liefdevolle gemeenschap zal God de Vader alle dingen bij ons doen meewerken ten goede.
Dat mogen wij zeker weten. De Heere is goed voor allen die Hem liefhebben. Hij beschaamt hun hoop en verwachting niet. In vertrouwen op de Heere kunnen wij verder, ook al moeten wij soms door diepe en duistere dalen heen. Wij zullen er goed doorheen kunnen komen aan Gods trouwe Vaderhand. Hij houdt ons vast en leidt ons heen naar de eeuwige heerlijkheid. Dan zullen wij zien hoe de Heere alles heeft doen meewerken ten goede. De weg die de Heere met ons gegaan is, is toch goed voor ons geweest.
Het lijden dat Gods kinderen hier op aarde doormaken, weegt niet op tegen de heerlijkheid die aan hen geopenbaard zal worden. Gesterkt en getroost mogen Gods kinderen moedig verder reizen naar deze toekomende heerlijkheid.
Het einde van hun levensweg op aarde zal volkomen goed zijn. Alle dingen zullen uiteindelijk mogen meewerken ten goede. Daarvoor zij de Heere alle lof, dank en eer.
Tekst: Ds. D.C. Floor