Sommige families zijn zo gek op hun vakantieplek dat ze er elk jaar weer naartoe gaan. ”Het voelt als thuiskomen.” Of het Oostenrijk of Wierden is maakt niets uit.
Dianne van Luik (33), verpleeghuismedewerker uit Ridderkerk, gaat deze zomer voor de 24e keer naar Saas-Grund in Zwitserland. Haar ouders zijn er zelfs nog vaker geweest. Sterker: zij ontmoetten elkaar in Saas-Grund tijdens een zomerkamp van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten.
„Het Saasdal voelt als thuiskomen. ’s Zomers is het echt ons stekkie. Eerder vierden we er vakantie met het hele gezin, nu gaan mijn ouders en ik er samen naartoe. De bergen trekken ons gewoon heel erg. We houden van wandelen, dus dat doen we elke dag. Nog altijd ontdekken we nieuwe plekjes.
Sinds 1998 huren we hetzelfde huisje. Het is er altijd schoon en netjes en ’t is fijn om te weten waar je terechtkomt. We zijn altijd ongeveer in dezelfde periode in Zwitserland. In de beginjaren hadden we mensen uit België als buren. Zij zitten nu in een huisje verderop, maar we hebben nog altijd contact.
We gaan altijd een avondje bij elkaar op de koffie. En ze zijn op de bruiloft van mijn zus geweest. In het dorp kennen we inmiddels ook verschillende mensen. Bij de bakker zeggen ze: Zijn jullie er weer? Dat heeft wel wat. Er zijn ook veel Nederlanders die we elk jaar weer tegenkomen.
We koken meestal zelf, want het leven in Zwitserland is behoorlijk duur. We nemen dus veel eten mee van huis. Eerst gingen we ’s zondags naar de kerk in het Saasdal, maar op een gegeven moment werd de dienst naar zaterdagavond verplaatst. Toen zijn we via internet gaan meeluisteren met onze eigen gemeente in Ridderkerk-Slikkerveer. Dat lukt prima.
Soms denk ik: daar zijn we weer. Maar deze vakantieplek is gewoon een stukje van mezelf geworden. De bergen geven mij en mijn ouders een thuisgevoel. Doordat ik een aantal organen mis, kan ik last krijgen van uitvalsverschijnselen. Ik voel niet op tijd dat ik moe ben, waardoor het lopen soms ineens niet meer lukt. Meegaan met een georganiseerde groepswandelvakantie zit er daardoor voor mij niet in. Op deze manier kan ik toch fijn wandelen. Als het even niet gaat, dan gaat het niet.
Tussendoor gaan we ook weleens ergens anders naartoe op vakantie. Naar Limburg of naar de Moezel. Maar in de zomer, eind juli, begin augustus, is het Saas-Grund. Het weer is er eigenlijk altijd prima, we hebben nog nooit een verregende vakantie gehad. Wel een keer sneeuw! En toen het afgelopen zomer zo warm was in Nederland, was het in Zwitserland heerlijk. Kortom: elke dag is anders en elke vakantie is anders.”