Wat een waardevolle vraag. Het is goed om hier met elkaar over na te denken. Waarom zingen we vrijwel uitsluitend psalmen in gemeenten die horen bij de kerken van de Reformatie? Want het is zeker waar wat je zegt: er zijn ook goede gezangen, rijk van inhoud, mooi van melodie. Het heeft alles te maken met het feit dat de eredienst een heel bijzondere samenkomst is. Je mag die gerust het belangrijkste moment van de week noemen. Een heilig moment. Waarom? Omdat de Heere gaat spreken. God Zelf. Dat is zo groots, zo ongekend – we mogen er wel stil van worden. Dat is wat tijdens de dienst daarom ook letterlijk gebeurt. Niemand spreekt. Behalve Eén: de Heere, Schepper van hemel en aarde, de Koning van de kerk, Christus Jezus. Dat gebeurt als het Woord wordt voorgelezen. Dat gebeurt als er gepreekt wordt (1 Thess. 2:13; 2 Kor. 5:20). >Als we zingen, is het goed om de woorden te kiezen die de Heere ons Zelf op de lippen legt Tijdens de eredienst gaat het, kortom, om het Woord van God. De Heere richt Zich tot ons. Sprekend. En wij mogen ons tijdens de dienst tot Hem richten. Zingend. En als we zingen, is het goed de woorden te kiezen die de Heere ons Zelf op de lippen legt: die van de psalmen. De Heere roept ons daar Zelf toe op. In Psalm 66:2 bijvoorbeeld: „Psalmzingt de eer van Zijn Naam, geeft eer Zijn lof.” En in Psalm 68:4: „Zingt Gode, psalmzingt Zijn Naam.” De psalmen zijn van bijzondere waarde. Mag ik twee redenen noemen? 1. We vinden de psalmen terug in het leven van de Heere Jezus. Hij heeft ze Zelf gezongen. In tijden van vreugde en in tijden van verdriet. Hij putte er moed uit, troost, kracht en sterkte. Als Hij opging naar Jeruzalem, zong Hij de liederen van de opgang (Psalm 120-134). In de laatste nacht van Zijn leven zong Hij het hallel (Psalm 113 – 118). De psalmen zijn in het leven van Jezus voluit aanwezig. Als Hij Zijn godheid verdedigt, haalt Hij Psalm 110 aan. Als Hij aan het kruis in diep lijden verkeert, citeert Hij Psalm 22 en Psalm 31. De psalmen doordrenken Christus’ leven. Laten ze dat ook bij christenen doen. 2. We vinden het leven van de Heere Jezus terug in de psalmen. Ze wijzen ons op de Heiland. Denk aan Psalm 2, 22 en 110. De psalmen openen voor ons ook het hart van de Heiland. Veel psalmen zijn namelijk gedicht door David. En David is niet alleen voorvader van de Heere Jezus, maar ook een type van de Heiland (Ezech. 34:23). Dat betekent dat als we in de psalmen David in het hart blikken, we ook de Grote David in het hart mogen blikken. We beluisteren er Zijn vreugde in. Maar ook Zijn vrees, Zijn angsten en Zijn pijn. Denk aan Psalm 22, 40 en 69. Misschien mag ik besluiten met wat een jongeman mij onlangs toevertrouwde. Hij vertelde hoe de Heere in zijn leven was gekomen. Hij was overtuigd geraakt van zijn diepe ellende: zijn zonde en het oordeel van God waaronder hij leefde. In zijn nood had het Evangelie kracht in zijn hart gedaan: het had hem ogen gegeven voor de Heere Jezus, de Zaligmaker der wereld, én armen om Hem te ontvangen. „Ik kon m’n geluk niet op”, zei hij. „Alles werd anders. En weet je wat ik ook kreeg? Liefde tot de psalmen. Wat zijn ze rijk van inhoud. Ze verwoorden wat er in m’n hart leeft. Maar méér nog: wat spreken ze heerlijk over Christus.”