Nog een paar weken en dan pakken we ons boeltje weer in om de zomervakantie aan boord door te brengen. We kijken er allemaal naar uit! Alhoewel? Nu ik verwend ben met een bed in een huis, weet ik dat ik na een paar nachten denk: laat mij maar thuis slapen.
En nee, het ligt niet aan het water dat heerlijk rustig tegen het schip kabbelt. Daar slaap je heerlijk op! Ik dan althans.
Maar als schippersvrouw weet je: elke nacht zijn de geluiden anders. Niet elke nacht dezelfde rust, of langsrijdende auto’s, loeiende koeien of de geluiden van de stad. Waar je ook maar aan gewend bent, aan boord is het iedere nacht weer afwachten.
Zo lig je midden in de stad, waar jongeren het prima vinden om tot vier uur ’s nachts naast je schip geparkeerd te staan. Luide gesprekken voeren. Buitenlandse muziek draaien. Rondjes slippen over het leegstaande parkeerterrein. Tja… waarom zou je in je bed gaan liggen hè?
Of je ligt juist bij een fabrieksterrein, naast een gemeentewerf. Weer eens wat anders. Kom je er bij het naar bed gaan achter dat er ergens in een container een brandalarm ligt. Dat afgaat. En die dingen houden het een poos vol zeg! Het piepen werd dan steeds langzamer, maar dat geluid...
Bij een drukke sluis, waar heel de nacht slepen langs varen. Je hebt het nou eenmaal niet altijd voor het zeggen. Dan gebeurt het rustig dat schipper midden in de nacht naar buiten rent om alle houtjes weer goed te hangen aan het schip. Zodat we niet meer zo liggen te bonken tegen de wal.
Of juist de rustige sluis, midden in de natuur. Waar de ganzen het ’s nachts altijd heel gezellig hebben. Verzin het maar.
En toch hè. Dat weegt alles niet op tegen de prachtige luchten die ’s avonds verschijnen als de zon zakt. Als de hemel van geel naar oranje naar diep rood kleurt. Het weegt niet op tegen de weidse uitzichten. Het weegt niet op tegen de lucht van het water, van de natuur. Het weegt niet op tegen vogels die je hoort, tegen de rust die je voelt. Want de schepping, en Zijn Almacht voel je tot in je botten als je op het dek staat op zo’n avond.
Dus pak ik binnenkort fijn m’n tas in. M’n kussen ligt standaard aan boord. En dan is het een kwestie van schipper lief aankijken of hij het schip in de stad naast een geparkeerde vrachtwagen wil aanleggen. Of aan de andere kant van de sluis. En hopen dat alle batterijen uit de apparaten gehaald worden. Want dan... Dan slaap je nergens zo heerlijk als op het water. Aan boord.