Als je gebed niet wordt verhoord, heb je dan te weinig gebeden en te weinig geloof?
Onlangs hoorde ik van iemand die, ondanks aanhoudend en vurig gebed, niet van een ziekte genas. Dat viel haar moeilijk. Misschien nog wel moeilijker was wat daar door anderen van werd gezegd: Als ze maar een sterker geloof had gehad en meer gebeden had, was ze vast wel beter geworden. Dat laatste vind ik buitengewoon onbarmhartig.
En toch, als ik verder over de vraag nadenk, dan denk dat de kans groot is dat je die wel herkent. Omdat je zelf ook een kruis draagt bijvoorbeeld. Dat kan een ziekte zijn of een beperking. Het kan stil verdriet zijn, dat misschien al lang in je leven is. Of een strijd waar anderen niet van weten. Het kan zijn dat je je om wat voor reden dan ook een eenling voelt. Ik heb me meer dan eens verbaasd over de lasten die ook jonge mensen droegen, terwijl je daar zo op het eerste gezicht geen vermoeden van had.
Te weinig gebeden?
Je hebt er al vaak met de Heere over gesproken. Of Hij je van dit kruis verlossen wilde. Of Hij je beter wilde maken, de strijd van je afnemen en je lasten verlichten. Maar er is niets veranderd. En je hebt misschien de moed wel opgegeven dat er ooit iets veranderen zal. Dat kan je moedeloos stemmen. Misschien ook omdat je zélf die vraag al vaak gesteld hebt: Heb ik te weinig gebeden? Heb ik te weinig vertrouwen?’
Laten we om te beginnen bedenken dat een groot geloof niet betekent dat we altijd ontvangen wat we verlangen, of dat als ons gebed maar voldoende vurig is we altijd verhoord worden op de manier die wijzelf in gedachten hebben. Lezen we niet van Mozes dat hij intens de Heere smeekte: „Laat mij toch overtrekken, en dat goede land bezien…”? En wie zal in de schaduw staan van Mozes!
De woestijngeschiedenissen spreken boekdelen. Toch zegt de Heere tegen hem: „Het zij u genoeg, spreek niet meer tot Mij van deze zaak.” Of denk aan Paulus. Hij had die doorn in zijn vlees; wat het ook precies geweest is. Driemaal bad hij erover tot de Heere. Je kent het antwoord: „Mijn genade is u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
Overgave
Hadden Mozes en Paulus te weinig gebeden, te weinig geloof? En laten we vooral hét Voorbeeld niet vergeten. Hoe heeft Christus geworsteld vanwege de beker die Hem wachtte? „Vader, of Gij wilde deze drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.” Wat viel dat lijden zwaar! Toch legde Hij Zijn bede neer onder de wil van de Vader. Die weg ging Hij; die weg wijst Hij. Betekent geloof niet vooral de hartelijke overgave aan de Heere? Om Zijn weg te gaan, wetend dat die de beste is? Jij en ik kunnen zo veel niet begrijpen, inzien en doorzien, maar daarin en daarmee kunnen we des te meer in overgave opzien, beseffend dat we nooit rijker kunnen zijn dan wanneer Hij erbij is. En daarvoor ben je niet op jezelf aangewezen.
Christus is de barmhartige Hogepriester. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden; en Hij leert het jou en mij. Om te gaan waar Hij wenkt om te gaan. Zonder Hem te begrijpen. Daar is Hij God voor. En je te verwonderen over hoe Hij uitkomsten biedt. Niet altijd door je te bewaren vóór alle kwaad, wel ín alle kwaad. „Gods plannen rijpen in de tijd, tot vruchten gaaf en goed. Al is de knop vol bitterheid, de bloem is zeker zoet.”
Beeld: Cees van der Wal