Ongedierte

Ongedierte

IMG-20210911-WA0004

Kakkerlakken, kevers, mieren, muizen, gekko’s, prikmuggen en vooral veel zwarte vliegen. Een kleine opsomming van onze huisgenoten.

Mijn eerste kennismaking met kakkerlakken vergeet ik nooit meer. We waren net getrouwd en hadden acht uur in de auto gezeten naar ons nieuwe appartement (dat we aantroffen met een laag rioolwater binnenshuis). Onze meubels waren nog verpakt in kartonnen dozen. Na een kort nachtje waren we vol goede moed om de meubels uit te pakken en op hun plek te zetten. Mijn man zette de koelkast op zijn plek, opende de doos en er kwamen zeker dertien kakkerlakken uit gerend. Groot en klein. Ik had ze nog nooit in levenden lijve ontmoet, maar ik stond wel binnen een halve seconde bovenop het aanrecht te gillen dat manlief ze allemaal moest doodmaken, want anders kwam ik nóóit meer van het aanrecht af. Ondertussen renden ze naar de doos van de oven en naar de woonkamer. En toen wist ik nog niet eens dat ze kunnen vliegen, daar kwam ik maanden later pas achter.

De gekko’s, een soort hagedissen, zie je ook overal, vooral als het ’s avonds gaat schemeren. Ze komen uit allerlei hoeken en richels tevoorschijn, maar rennen hard weg zodra je in de buurt komt. Ze zijn niet groot, zo’n 5 tot 15 centimeter van kop tot staart. Toch kunnen ze je behoorlijk de stuipen op het lijf jagen door zo plotseling weg te schieten. Ik herinner me een keer dat manlief een nachtje weg was voor zijn werk en ik thuis was met Sam, toen vier maanden oud. In onze slaapkamer zat een gekko. Bovenop de kast, waar een plastic zak lag. Hij liep wat rond op de zak, wat natuurlijk kraakte, maar ik kon het licht niet aandoen omdat Sam sliep. Het raam open doen was ook geen optie, want dan zouden er kakkerlakken binnenkomen. Na paniekerig Google geraadpleegd te hebben, heb ik de lichten aangedaan in de rest van het huis, de slaapkamerdeur open gezet en met een bezemsteel en dweil net zo lang op de kast geprikt en geklopt tot ik zeker wist dat hij daar niet meer zat. Later vonden we hem terug onder de bank.

Zwarte kamervliegen zijn ook een ware plaag. Ze komen op vuilnis af, wat je in Egypte erg veel hebt. Ze zoeken ook beschutting en afkoeling van de zon of wind. Voordat we het horrengaas hadden, hebben we ze eens gevangen (lees: doodgemept met een handdoek) en in een teil water gedaan, zodat we ze konden tellen. We kwamen uit bij 63, en dat was maar één dag.

We hebben in het tweede jaar dat we hier woonden een keverplaag gehad. Men vertelde ons dat deze overkwamen uit Saoedi-Arabië, maar of dat waar is, weet ik niet. Wat voor kevers het waren, weet ik ook niet. Maar ik weet wel dat ze niet heel intelligent waren. Ze zaten op de rotsen bij de zee, om steeds door de golven in zee gesleurd te worden. Dan moesten ze weer uit het water klauteren op de rots, om vervolgens weer in zee gesleurd te worden, enzovoorts. Ze vlogen hard tegen het hoofd van nietsvermoedende mensen aan. Ze belandden op je schouders of rug, waarna je ze van je af schudde en maar wachtte tot de volgende kever je schoen in wilde kruipen of tegen je voorhoofd knalde. Leuk was anders, maar we waren het snel gewend. En zo plotseling als ze kwamen, zo plotseling waren ze ook weer weg.

Zoveel ongedierte als er hier is, zoveel middeltjes zijn er te koop om het hardnekkige onuitgenodigde volkje in huis te ‘verwijderen’. Met twintig verschillende sprays, poeders, doosjes en plakstrips heeft iedereen wel een persoonlijke voorraad in huis, voor als het écht uit de hand loopt.

Auteur

Margreet

Volg ons lifestyle platform op instagram.